Ἀίδης, ὁ: (= Ἅιδης, ὁ) de onderwereld, genoemd naar de heerser daarover, de god Ἅιδης (Hades).

T9,37
Ἄγραυλος, -ου, ἡ: = Ἄγλαυρος; oude Attische godin met heiligdom bij Acropolis, waar mogelijk de ephebeneed afgelegd werd.

PoO8,106
Ἄδραστος, -ου, ὁ: Adrastus, koning van Argos: organiseerde een veldtocht tegen Thebe.

T9,8
Ἀθηνᾶ, -ᾶς, ἡ: Athene; dochter van Zeus, godin van de τέχναι.

PP321d
Ἀθηναῖοι, -ων, οἱ: Atheners; inwoners van Athene (Gr.).

JA2,172

Ἀναξαγόρας, ου-, ὁ: Anaxagoras; 5e eeuw v.C., Jonisch natuurfilosoof.

JA2,168

Ἀπολλώνιος, -ου, ὁ: ὁ Μόλων; Apollonius van Molon; 1e eeuw v.C., retor te Rhodos, auteur van Κατὰ Ἰουδαίων.

JA2,145
Ἄρης, -ηος/-εως/-εος, ὁ: Ares; god van de oorlog.

T9,17
Αὐξω, οῦς-, ἡ: Auxo (‘zij die vermeerdert’); een van de Charites (Gratiën)

PoO8,106

   
   
   
   
  Flavius Josephus
  Andere auteurs
Omhoog