Woorden 27.3
|
Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort. Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.
|
rechtvaardig
δίκαιος
1. in staat; 2. mogelijk
δυνατός
klein
μικρός
slag
πληγή, ἡ
lichaam
σῶμα, σώματος, τό
teken, bewijs
τεκμήριον, τό
leven, ziel, geest
ψυχή, ἡ
1. de mindere zijn; 2. overwonnen worden, nederlaag lijden
ἡττάομαι
opdat, met de bedoeling dat, om te ...
ἵνα + coni.
nergens
οὐδαμοῦ
met betrekking tot, omstreeks
περί + acc.