Woorden 27.2

Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort.
Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.



  leeftijd  
  ἡλικία, ἡ
  hout, voorwerp van hout  
  ξύλον, τό
  bruikbaar, nuttig  
  χρήσιμος soms 2 uitg.
  leven
  ζήω/ζάω (inf.: ζῆν)
  hoe (ook), zoals  
  ὅπως onbep. rel.
  opdat, met de bedoeling dat, om te ...  
  ὅπως + coni.
  om, over (bij verba die een handeling aangeven)
  περί + acc.
  zoals, als
  ὥς in vergelijkingen
  dat (eigenlijk: hoe)
  ὥς + indir. rede
  omdat, in de veronderstelling dat (bij subjectieve reden)
  ὥς + ptc.
  om te ... (geeft een bedoeling aan)
  ὥς + ptc. fut.
  toen, nadat, wanneer
  ὥς temporeel
  zo ... mogelijk
  ὥς + superlativus