Woorden 26.2

Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort.
Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.



  edel  
  γενναῖος
  inheems, uit eigen land  
  ἐπιχώριος 2 uitg.
  niemand, niets  
  οὐδείς/οὐδεμία/οὐδέν, οὐδένος subst.
  eerder, vroeger  
  πρότερος
  menen  
  οἴομαι/οἶμαι
  naast ... gaan staan, bijstaan  
  παρίσταμαι + dat.
  1. toen, nadat (+ indic. verl. tijd); 2. nu (voegw.) aangezien
  ἐπεί/ἔπειδή
  privé
  ἰδίᾳ
  = ὅτε ἄν  
  ὅτάν
  ter bescherming/verdediging van  
  ὑπέρ + gen.
  dat (eigenlijk: hoe)  
  ὡς + indir. rede
  om te ... (geeft een bedoeling aan)
  ὡς + ptc. fut.