Woorden 26.1

Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort.
Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.



  andermans, vreemd  
  ἀλλότριος
  (volks)vergadering  
  ἐκκλησία, ἡ
  eigen, verwant  
  οἰκεῖος
  rijk  
  πλούσιος
  volgen  
  ἕπομαι + dat.
  opvoeden, (laten) opleiden  
  παιδεύω
  1. futuralis; 2. generalis/iterativus  
  ἄν + coni.
  = ἐπειδὴ ἄν  
  ἐπειδάν
  echt, waarachtig  
  μήν
  welnu, dus  
  τοίνυν
  zoals, als  
  ὡς in vergelijkingen
  omdat, in de veronderstelling dat (bij een subjectieve reden)
  ὡς + ptc.