Woorden 10.1
|
Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort. Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.
|
markt
ἀγορα, ἡ
1, die, daar, dat; 2. hij, zij, dat (met nadruk)
ἐκεῖνος/ἐκείνη/ἐκεῖνο
makker, vriend
ἑταῖρος, ὁ
mantel
ἱμάτιον, τό
deze, dit; de/het volgende
ὅδε/ἥδε/τόδε
deze, die, dit dat
οὗτος/αὕτη/τοῦτο (binnen ons bereik)
de/het laatst genoemde
οὗτος/αὕτη/τοῦτο (met nadruk)
tegenkomen, treffen
ἐντυγχάνω + dat.
bekijken, letten op, beschouwen
σκοπέω
verstandig zijn, denken
φρονέω
misschien
ἴσως
behalve
πλήν + gen.
zoals, als
ὡς (in vergelijkingen)
dat (eigenlijk: hoe)
ὡς (als ὅτι)