Woorden 4.1
|
Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort. Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.
|
(wedstrijd)prijs
ἆθλον, τό
sommige(n), enige(n)
ἔνιοι
troon, (ere)zetel
θρόνος, ὁ
de, het
ὁ/τό lidwoord
(het doel) missen, mislopen
ἁμαρτάνω + gen.
de tijd doorbrengen, verblijven
διατρίβω
gaan zitten, zitten
καθίζω
menen
νομίζω
neutraal niet vertalen
ἆρα vraagwoord
toch wel?, soms niet?, niet?
ἆρ' οὐ;
twee
δύο
dat (na verba van zeggen en menen)
ὅτι
nog niet
οὐπω
waar?
ποῦ;
dat (eigenlijk: hoe)
ὡς (als ὅτι)
evenzo, op dezelfde wijze
ὡσαύτως