S
tamtijden
23
V
oorbeeld
λύω
λύσω
ἔλυσα
losmaken
Z
elf doen
ἀπόλλύμαι
?
ἀπωλόμην
?
omkomen, te gronde gaan
βαίνω
?
βήσομαι
?
ἔβην
?
stappen, gaan
γιγνώσκω
?
ἔγνων
?
inzien, begrijpen, leren kennen, kennen
δύομαι
?
ἔδυν
?
duiken, óndergaan
ἵσταμαι
?
ἔστην
?
gaan staan, blijven staan
φύομαι
?
ἔφυν
?
groeien