Oefening 19.3 

Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.


ἀπέθανον. sterven.
ἀγαγοῦσα. leiden, brengen.
εἴδομεν. zien.
παρέσχετε. verschaffen.
εἵλομεν. (in)nemen, krijgen, gevangen nemen.
ἀπελθεῖν. weggaan.
τυχών. treffen, krijgen.
ἕλε. (in)nemen, krijgen, gevangen nemen.
ἔλιπε(ν). verlaten, achterlaten, overlaten.
ἤνεγκεν. dragen, brengen.
εἰπόντων. zeggen, spreken.
ἰδέ. zien.