Oefening 18.2 |
Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken. |
Jullie durfden. |
Jullie verlangden.
|
11. δίδαξον
Onderwijs!
|
Vernietigen. |
nom./acc. sing. N. ἐγείρω.
wakker maken, (op)wekken. |
12. ἀναγκάσαντας
acc. plur. M. ἀναγκάζω. noodzaken, dwingen.
|
Zij hielpen. |
Doe! (meerv.)
|
13. φήναντι (2x)
dat. sing. M./N. φαίνω.
tonen, laten zien. |
acc. sing. F. καλύπτω. bedekken. |
Jij weerde af.
|
14. ἔδοξεν
Het scheen.
|
Wij achtervolgden. |
10. ἐδέησεν
Het was nodig.
|
15. ἔκριναν
Zij oordeelden.
|