O
efening
12.5
Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.
0
1.
ἀπορῶ
Ik verkeer in verlegenheid.
ἠπόρουν.
0
5.
ἐξεπλήττομεν
Wij verbijsterden.
ἐκπλήττομεν.
0
2.
κατέχεις
Jij houdt in je macht.
κατεῖχες.
0
6.
ἤθελες
Jij wilde.
ἐθέλεις.
0
3.
ὁμολογει
Hij stemt in.
ὡμολόγει.
0
7.
συνελαμβάνετε
Jullie hielpen.
συλλαμβάνετε.
0
4.
αἰτεῖτε
Jullie eisen.
ᾐτεῖτε.
0
8.
ηὕρισκεν
Hij vond.
εὑρίσκει.