TOELICHTING BIJ PLUTARCHUS, LYCURGUS 13,1-2

De wetten van Sparta
Plutarchus vertelt dat de wetten van Sparta een bijzondere vorm hadden. De gedachte die hieraan ten grondslag zou liggen was dat opvoeding geschreven wetten overbodig maakt. De belangrijkste wetten waren ῥῆτραι. We weten niet precies wat er met deze term bedoeld wordt. Hij is gevormd van een stam die spreken betekent. Ῥῆτραι zijn dus uitspraken. Men denkt daarbij wel aan uitspraken van een godheid. Die godheid zou dan de orakelgod van Delfi geweest zijn.

De ῥῆτραι omvatten een grote ῥῆτρα en een onbepaald aantal kleinere ῥῆτραι. De grote ῥῆτρα is ons door Plutarchus overgeleverd. De grote ῥῆτρα geeft in voor ons duistere termen globale aanwijzingen voor de politieke organisatie van Sparta. Van de kleine ῥῆτραι noemt Plutarchus er drie: het verbod om de wetten op schrift te stellen, de bepaling dat van ieder huis de zoldering met een bijl, de deuren alleen met een zaag en met geen ander gereedschap gemaakt moeten zijn (Lycurgus 13,3) en het verbod dikwijls veldtochten te ondernemen tegen dezelfde vijanden (Lycurgus 13,5). De twee geciteerde, voor ons wonderlijke bepalingen zouden erop gericht zijn luxe te voorkomen en te voorkomen dat Sparta’s vijanden door gewenning aan de strijd te sterk zouden worden. Dit laatste zou dan gezien moeten worden in het licht van de vele veroveringsoorlogen die Sparta gevoerd heeft. De historiciteit van de gegevens die Plutarchus over de ῥῆτραι verstrekt is zeer omstreden



   
      
 Tekst
 Flavius Josephus
Andere auteurs