TOELICHTING BIJ EURIPIDES, MEDEA 230-251

Het verhaal

Voorgeschiedenis
De Griek Jason is met vijftig helden, de Argonauten, op het schip de Argo naar Colchis aan de Zwarte Zee vertrokken om daar het ‘gulden vlies’, prijs voor de heerschappij over Iolcus (in Thessalië), te bemachtigen. De barbaarse prinses Medea, dochter van de vorst van Colchis, die haar afkomst tot de Zon herleidt, helpt hem. Voor Jason verraadt ze haar vaderland en familie en doodt ze zelfs haar broer. Ze vergezelt Jason bij diens terugkeer. De heerschappij over Iolcus ontgaat hem. Na allerlei avonturen komen ze terecht in Corinthe. Ze zijn gehuwd en Medea heeft Jason twee zoons geschonken.

Het verhaal bij Euripides
Om hogerop te komen is Jason getrouwd met de dochter van de koning van Corinthe. Uit wraak doodt Medea de prinses en de koning en bovendien haar eigen zoons. Triomferend vertrekt ze op de zonnewagen, de lijkjes van haar zoons meevoerend.

De tragedie
Tragedieopvoeringen waren belangrijke religieuze en cultische manifestaties die plaats vonden op de Grote Dionysia, een jaarlijks terugkerend feest ter ere van de god Dionysus. Het waren ook sociale gebeurtenissen voor de hele πόλις, mede door staatbemoeienis mogelijk gemaakt en in competitie opgevoerd. Ze behandelden religieuze en morele problemen, de plots warens meestal aan oude mythen ontleend. Hoewel de dichters in de weergaven van de mythen enige vrijheid hadden, moesten ze om voor een prijs in aanmerking te komen de stukken acceptabel houden voor het publiek. Dat eiste een zeker conformisme. De vorm van de tragedie is poëzie. In de onderdelen werden verschillende metra gebruikt. De uit de Medea gekozen passage heeft als



De historische context van de Medea
De tragicus Euripides dient gesitueerd te worden in het klimaat van de opkomende sofistiek, waarin de menselijke natuur gesteld werd tegenover de oude tradities. Zijn gedachten zijn hem niet altijd in dank afgenomen. In hoeverre hiermee samenhangt dat hij minder prijzen dan Aeschylus en Sophocles gewonnen heeft is niet duidelijk. De Medea werd opgevoerd in 431 v.C., toen de πόλις Athene op het toppunt van haar roem en macht stond. Men leefde echter al onder de dreiging van de grote machtstrijd tussen Athene en Sparta die de de Peloponnesische oorlog genoemd wordt. Daarom zal Medea’s klacht wel niet alleen sympathie gewekt hebben. Haar verzuchting liever driemaal in de frontlinie te staan dan eenmaal een kind te baren moet een schokeffect gehad hebben.

Seksuele ethie: de burger
De Atheense burger huwde niet in de eerste plaats om bij zijn vrouw seksuele of e3motionele bevrediging te vinden. Daartoe bestond een spectrum van min of meer geformaliseerde relaties (zie de interpolatie EM 246), zoals een vaste relatie met een bijvrouw en seksuele contacten met slavinnen van de , prostituees of mannen. Naast de in het algemeen geldende eis van matigheid vroegen echter de status van echtgenoot en de daarmee verbonden verplichtingen om een zekere inperking van dergelijke contacten. Seksuele contacten met een vrouw of ongehuwde dochter van een andere burger waren niet geoorloofd. Er waren in Athene verschillende soorten prostituees. De bordelen, die vooral bij de haven, stonden werden bevolkt door goedkopere hoeren. Daarnaast waren er duurdere prostituees, die bij wie het betalen konden in tek waren omdat ze meer ‘glamour’ hadden en soms meer ontwikkeld waren dan de echtgenotes. Zij konden het brengen tot maitresse van rijke mannen of hielden een salon. Homoseksualiteit was, althans onder mannen, een vrij veel voorkomend verschijnsel en werd vaak geuit in een relatie tussen een oudere man en enn jongere partners. Vooral in de literatuur worden dergelijke relaties aangekleed met erecodes volgens welke de oudere man om de weerstrevende jongere wierf en hem als beloning voor bewezen diensten van zijn grotere levenservaring liet profiteren en in het maatschappelijk leven inwijdde. Dit zal niet altijd met de werkelijkheid gestrookt hebben. Wel is het zo dat commercialisering van de verhouding en onmatigheid afgekeurd werden.

Seksuele ethiek in Athene: de burgervrouw  
   
      
 Tekst
 Flavius Josephus
Andere auteurs