Isocrates

Isocrates (436 – 338) was de zoon van middenstanders in goeden doen. Hij werd zorgvuldig retorisch geschoold door sofisten als Gorgias en Prodicus. Genoodzaakt een beroep te kiezen schreef hij als logograaf op bestelling juridische redevoeringen. Hij wilde evenwel meer. Omdat hij niet de juiste persoonlijkheid en gaven had om zelf in het openbaar te spreken, stichtte hij een school, waaraan veel beroemde staatslieden van zijn tijd zich door hem in de retorica en middels de retorica in algemene levenswijsheid lieten onderrichten. Uit de periode van zijn school zijn redevoeringen van verschillende genres overgeleverd. In tegenstelling tot de sofisten zag Isocrates de retorica niet slechts als een technisch middel dat efficiënt ad hoc moest kunnen worden ingezet, maar kende hij haar ook moreel vormende waarde toe. Door in zijn schoolprogramma te kiezen voor de retorica boven de filosofie zette hij de lijn van de sofisten voort en bood hij een alternatief voor de door Plato voorgestane educatieve denkbeelden.

In het educatieve veld van de volgende eeuwen bleven retorica en filosofie, hoewel zij elkaar wederzijds gebruikten en stimuleerden, rivaliserende polen. De Isocratische lijn heeft het gewonnen, in die zin dat de retorica zowel basis als integrerend hoofdbestanddeel is gaan vormen van het educatieve pakket dat voor het vervullen van een maatschappelijke positie van betekenis vereist was. De studie van de filosofie, voor zover niet opgenomen in die van de retorica, bleef meer een element van keuze vertonen.

De politieke standpunten van Isocrates kennen we vooral uit zijn belangrijkste epideictische redevoering (voorbeeldrede), de Panegyricus en zijn vlugschrift de Philippus. In de Panegyricus pleit hij voor eenheid van de Grieken onder de leiding van Athene, in de Philippus verlegt hij voor de leiderspost zijn blik naar Philippus van Macedonië. Eenheid van de Grieken ziet hij in de eerste plaats als een cultureel ideaal. Politieke eenheid is geen doel op zich, maar is nodig vanwege de verlammende werking van de durende rivaliteit tussen de πόλεις, die de vijanden van buiten, de Perzen, naar hij vreest, makkelijk spel bieden zal. Alleen onder een sterke leider kan politieke eenheid geëffectueerd worden. Met dergelijke opvattingen speelde Isocrates Philippus’ imperialisme in de kaart. De Antidosis is een programmatische redevoering van autobiografisch karakter, waarin Isocrates naar hij zelf vermeldt op tweeëntachtigjarige leeftijd terugblikt. De redevoering figureert in een gefingeerd proces over vermogensruil (ἀντίδοσις). Toen hij al 92 jaar was, schreef hij nog de Panathenaicus.

  Flavius Josephus
  Andere auteurs
Omhoog