Woorden 35.1

Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort.
Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.



  beide(n)  
  ἄμφω
  zilver, geld  
  ἀργύριον, τό
  1.naakt, onbedekt; 2. ongewapend  
  γυμνός
  bereid, gereed  
  ἕτοιμος
  (voor)vaderlijk, traditioneel  
  πάτριος
  ijzer, ijzeren voorwerp  
  σίδηρος, ὁ
  zuil, grafsteen  
  στήλη, ἡ
  1.herkennen; 2.lezen  
  ἀναγίγνωσκω
  (vast)binden, gevangen zetten  
  δέω
  rechtspreken, beslissen  
  δικάζω
  1. grijpen, zich meester maken van; 2. inhalen, (aan)treffen  
  καταλαμβάνω
  een middel verzinnen, beramen
  μμηχανάομαι
  slaan  
  πλήττω
  boeten, betalen  
  τίνω
  stoten, duwen  
  ὠθέω
  negen  
  ἐννέα
  zes  
  ἕξ
  zeven  
  ἑπτά