Vertaling van

Tekst 14.2 





En Alkibiades zei (Gr.: praes.): "Mannen, gegroet. Laten jullie me binnen of bevelen jullie me om weg te gaan? Want ik ben heel erg dronken. Welnu, het was me onmogelijk om eerder te komen. Maar nu begeer ik ook die tragediedichter daar te bekransen. Want de overwinning behalen op de Dionysia is grote eer waardig. Is het mij dus toegestaan hem te bekransen en met jullie te drinken?" Allen prezen die woorden en verzochten hem binnen te komen. Agathon riep hem en zei (Gr.: praes.): "Kom hier zitten, Alkibiades. Ik vul deze beker al." Hij zocht de ligbank van Agathon. Sokrates (nu) lag op dezelfde bank als de dichter. Maar het was Alkibiades niet mogelijk hem op te merken. Want hij had de krans voor zijn ogen. Daarom beval hij de slaven de ligbank aan te wijzen. Daarna zette hij zijn krans af en zei (Gr.: praes.): "Kijk, ik zet hem op het hoofd van de wijste en mooiste."
Dan merkt hij Sokrates op.