Oefening 24.2 

Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.


Hij werd gevoed.
Hij werd gevonden.
nom. plur. M. ἀπαλλάττω. verwijderen; med.: zich verwijderen.
Verwijder je!
Verschijn!/Schijn!/Blijk!
Gevoed worden.
nom. sing. M. μαίνομαι. tekeer gaan.
acc. sing. M.; nom./acc. sing. N. φέρω. dragen, brengen.
nom./acc. sing. N. φέρω.
dragen, brengen.
nom. plur. F. βούλομαι.
(graag) willen, liever willen.
Zij gingen te gronde.
Hij ging tekeer.
Zich verzamelen.
Jij werd genomen.
Zij werden afgemaakt.
gen. sing. F. βάλλω. werpen, treffen.
Jullie verheugden je.
nom. sing. M. χαίρω. zich verheugen.
Herinner je! (meerv.)
Ik herinnerde me.