Oefening 21.2 

Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.


werken, doen, maken
ἐργάσεται.
εἰργάσατο.
strijden, een wedstrijd houden
ἀγωνιούμεθα.
ἠγωνισάμεθα.
komen, gaan
ἐλευσόμενος.
ἐλθοῦσα.
04. ἅπτεσθε (indic.)
aanraken
ἅψεσθε.
ἥψασθε.
menen; beschouwen als
ἡγήσονται.
ἡγήσαντο.
verwerven
κτήσεσθαι.
κτήσασθαι
geluid geven, zijn stem laten horen
φθέγξομαι.
ἐφθεγξάμην.
geboren worden, worden, ontstaan
fut.: γενήσονται.
ἐγένοντο.
antwoorden
ἀποκρινεῖ/ἀποκρινῇ.
ἀπεκρίνω.
aansporen
παρακελεύσει/παρακελεύσῃ.
παρακέλευσαι.