Oefening 9.3 

Ga met de muis over een zin. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de zinnen aanraken.


In de strijd aan de voet van Troje misgunnen de goden de Grieken de overwinning.
En zij verkeren in onzekerheid en zeggen: "Goden, waarom helpen jullie ons niet?
Is de schandelijke roof van Helena soms geen wraak waard?
Help ons dus!"
Tenslotte maakt Odysseus met hulp van de godin Athene een groot paard.
Het paard verbergt de besten van de Grieken.
De Grieken sturen het paard naar Troje.
De Trojanen zijn blij met het paard en brengen het Troje binnen.
Vervolgens komen de soldaten uit het paard en belagen de Trojanen.
Zo betalen de Trojanen dus boete voor de roof van Helena.
1.Ἴλον, τό: Ilion = Troje
2. μάχη, ἡ: strijd.
3. Ἀχαιοί, οἱ: Achaiers = Grieken.
4. φθονέω: + dat. en + gen.: iem. (dat.) iets misgunnen.
5. οἱ δέ: en zij ...
6. ἁρπαγή, ἡ: roof.
  7. Ἑλένη, ἡ: Helena.
  8. Ὀδυσσεύς, ὁ: Odysseus.
  9. Ἀθηνᾶ, ἡ: (de godin) Athene.
10. ἵππος, ὁ: paard.
11. Δάρδανοι, οἱ: Dardaniërs = Trojanen.
12. δίκην τίνω + gen.: gestraft worden voor.