O
efening
3.4
Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.
0
1.
Waarom houden de goden niet van de mensen?
διὰ τί οἱ θεοὶ τοὺς ἀνθρώπους οὐ φιλοῦσιν;
0
2.
De mensen zijn jaloers op de goden.
οἱ ἄνθρωποι τοῖς θεοῖς φθονοῦσιν.
0
3.
De slaaf bekommert zich niet om de ezel (ὁ ὄνος)
ὁ δοῦλος τοῦ ὄνου οὐ φροντίζει.
0
4.
Niet de slaaf, maar de god is blij met het leven.
οὐχ ὁ δοῦλος, ἀλλὰ ὁ θεὸς τῷ βίῳ χαίρει.