Oefening 2.2 

Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.


τῷ θεῷ
Aiakos belaagt de god.
τοῦ οἴνου
Xanthias bekommert zich niet meer om de wijn.
τὸν δοῦλον...τὸν ἀσκὸν
De ezel draagt zowel de slaaf als de wijnzak.
ὁ δοῦλος
Waarom helpt de slaaf de god niet?
τῷ πυλωρῷ
De slaaf geeft de portier raad.
τοῦ θεοῦ
De ezel luistert naar de god.
 
1  ὄνος, ὁ: ezel.
2  ἄσκος, ὁ: wijnzak.
3  πυλωρός, ὁ: portier.